Groepsvorming; groepers maken en groepers vormen

Hoe kun je snel groepjes maken in jouw klas? Welke fases in de groepsvorming doorloopt jouw groep. En hoe maak je van jouw groep een fijne groep?


Groepers maken en groepers vormen:

Onderwijs Maak Je Samen maakte twee mooie uitgaven die in iedere klas aanwezig zouden moeten zijn. Groepers maken om snel en efficiënt groepjes te maken. En groepers vormen om van een groep één groep te maken. Beide uitgaven zijn bruikbaar in iedere klas van de basisschool.


Groepers maken:

In de klas werken we allemaal veel in groepjes. Deze kaartjes helpen je om snel en efficiënt groepjes te maken. Je kunt de groep op verschillende manieren in kleinere groepjes verdelen; op vorm, kleur, dier, getal of letter. Er zijn 36 unieke kaartjes die je aan het begin van een activiteit of les uit kunt delen. De kaarten zien er erg mooi en aantrekkelijk uit. Ze zitten in een A6 doosje voorzien van een compacte handleiding.

Zo kun je willekeurig tweetallen of groepjes van drie tot zes personen samenstellen. Handig om in te zetten bij coöperatief leren!


Groepers vormen:

Groepers vormen is de uitgave voor de groepsvorming. Er zijn 40 activiteiten om een positief en prettig groepsklimaat te creëren. Deze activiteiten sluiten aan bij de fases in de groepsvorming. Als leerkracht kun je dit proces begeleiden door de juiste activiteiten in te zetten.

De fases die de groep doorloopt binnen de groepsvorming staan steeds op een uitlegkaart; fase 1 Oriëntatie, fase 2 Macht, fase 3 Affectie, fase 4 Prestatie en fase 5 Afscheid. Daarbij worden de kenmerken van de groep in deze fase genoemd en de rol van de leraar. Heel handig om een stukje achtergrondinformatie te hebben.

 Door aandacht te besteden aan de sociale processen in een groep kun je leerlingen verantwoordelijkheid geven.
De activiteiten zijn zowel geschikt voor het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs.


Twee voorbeelden:

ik heb twee voorbeelden uitgekozen om te laten zien hoe leuk en direct bruikbaar deze activiteiten zijn.

Fase Oriëntatie; Aan de overkant

Verdeel de ruimte in twee kanten. De ene kant staat voor ‘dit is voor mij van toepassing’, de andere kant staat voor ‘dit is niet voor mij van toepassing’. Formuleer als leerkracht een bewering over een onderwerp. Na de vraag kunnen de kinderen blijven staan of heel stil naar de overkant lopen. Vragen kunnen zijn; ik werk graag alleen, ik vind het leuk om te sporten of juist diepgaander als ik ben weleens gepest.

Fase Affectie; wie is de joker?

Je wijst zonder dat de andere leerlingen dit weten een leerling aan die de joker mag zijn. De joker voert binnen een afgesproken tijd één of een aantal opdrachten uit. Dit zijn opdrachten die een positieve bijdrage moeten leveren aan het groepsklimaat. Bijvoorbeeld; je moet 3 kinderen helpen, je moet 3 kinderen een compliment geven of je moet aan 3 kinderen vragen hoe het gaat.

Aan het einde van de tijd ga je met de groep in gesprek. Weten ze wie de joker is en wat zijn/haar opdracht was. De joker mag ook vertellen hoe hij/zij te werk is gegaan. Kinderen worden zich bewust dat het krijgen en geven van complimenten fijn is. En dat het fijn is om elkaar te helpen.

Ik ga deze kaarten veel gebruiken in mijn groep. Je groep kan in een schooljaar meerdere keren een fase van groepsvorming doorlopen. Zeker na elke vakantie goed om weer in te zetten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *