“Biedt jongens niet te veel afwisseling op één moment. Geef hen de tijd om langdurig met één ding bezig te kunnen zijn!” door Hanneke Poot
Het is echt anders!
In december was ik voor de tweede keer aanwezig bij een lezing van Hanneke Poot over het verschil in ontwikkeling tussen jongens en meisjes. Een zeer inspirerende lezing met veel herkenning voor iedere ouder en leerkracht. Hanneke Poot is kinderfysiotherapeute, psychomotorisch remedial teacher en docente. Ze stelt dat jongens en meisjes wel gelijkwaardig zijn maar zeker niet gelijk. Ik wil jullie een stukje meenemen in de lezing van Hanneke Poot.
Het start met de ontwikkeling van de hersenen. Onderzoek heeft aangetoond dat deze bij jongens en meisjes anders verloopt. De linker hersenhelft groeit bij een baby langzamer dan de rechter hersenhelft. Tijdens de groei wil de rechterhersenhelft verbinding maken met de linker hersenhelft. Bij jongens ontwikkelt de linker hersenhelft zich langzamer door het testosteron dat aanwezig is in het bloed. Het oestrogeen dat bij meisjes in het bloed zit stimuleert juist deze groei. Jongens leggen dus eerder verbindingen aan in de rechter hersenhelft. In de rechter hersenhelft zit beweging, emotie en ruimtelijke oriëntatie. Links zit vooral het taal en denken.
Motorische ontwikkeling
De motorische ontwikkeling is de basis voor de gehele ontwikkeling. Door te bewegen worden er in de hersenen verbindingen gelegd tussen beide hersenhelften. Daarnaast is het van groot belang om vooral in de eerste jaren alles zoveel mogelijk symmetrisch aan te bieden, om het samenwerken van de hersenhelften te ondersteunen.
Meisjes zijn als ze naar school gaan verder in hun sensomotorische ontwikkeling, zij bewegen al vanuit de elleboog en kunnen dus al een kleurplaat inkleuren en werken met een prikpen. Jongens daarentegen zijn met 4 jaar vaak jonger in hun sensomotorische ontwikkeling en bewegen nog vanuit de schouders. Zij hebben ruimte nodig om te bewegen; gaan vaak staan bij een werkje, hebben moeite met fijnere werkjes.
Jongens zijn dus later schoolrijp dan meisjes. Voor jongens is het belangrijk dat ze niet te vroeg naar groep 3 gaan. Het lichaam moet hier klaar voor zijn.
cognitieve ontwikkeling
De hersenen van meisjes kunnen veel verbindingen leggen. Daardoor kunnen meisjes ook meerdere dingen tegelijk doen en kunnen ze goed verbanden leggen. De hersenen van jongens richten zich vooral op verbindingen in één hersenhelft, daardoor kunnen zij zich goed concentreren op één ding. Jonge jongens focussen zich in de eerste jaren vooral op veel bewegen en zijn in hun ontwikkeling niet in staat langdurig stil te zitten. Jongens hebben langdurig spel met één voorwerp nodig om alle informatie goed in hun hersenen op te slaan. Op school is het dan ook goed voor een jongen om langer in een bepaalde hoek te mogen spelen. Omdat jongens zich goed kunnen focussen op één onderwerp zijn zij ook onderzoekend ingesteld. Jongens hebben veel bewegend leren nodig, zij leren door fouten te maken en uit te proberen. Meisjes leren door informatie op te doen en door te praten.
emotionele ontwikkeling
Voor meisjes is het opbouwen van het zelfvertrouwen heel erg belangrijk. Help ze niet teveel, maar laat ze zelf oplossingen zoeken als iets niet lukt. Meisjes hebben het hard nodig om aangemoedigd te worden om in zichzelf te geloven. Jongens voelen zich waardevol als ze dingen samen mogen doen. In de eerste jaren richten jongens zich vooral op hun moeder, vanaf ongeveer 6 jaar gaan ze zich vooral richten op hun vader. Jongens zijn gevoelig voor stress, onmacht en spanning. Zij kunnen hierin blijven hangen omdat zij vooral verbindingen maken in de rechter hersenhelft. Jongens zijn dan alleen maar boos of verdrietig op dat moment en kunnen hier niet over praten. Ze zullen zich eerder afsluiten. Jongens uiten hun emoties ook in hun gedrag; druk en luidruchtig.
sociale ONTWIKKELING
Meisjes willen vooral lief gevonden worden. Sociale contacten zijn heel belangrijk voor meisjes. Ze willen graag zorgen voor de ander. Meisjes zijn sterk in het aanvoelen van anderen. Jongens willen vooral samen doen; samen bewegen en stoeien. Door te stoeien leren ze elkaar respecteren. Jongens willen graag respect. Je geeft een jongen respect door hem dingen te laten doen. Voor jongens is het ook belangrijk om te weten wie er de baas is, welke regels er zijn en of deze consequent worden toegepast
Daarnaast spreekt Hanneke nog over de hormoonhuishouding en de gerichtheid. Ze benoemt de pieken in de testosteron, die ervoor zorgen dat de jongens zoveel energie hebben. Jongensbaby’s zijn vooral gericht op voorwerpen, meisjesbaby’s kijken het meest naar gezichten. Zij zijn relatie gericht.
Ook liet Hanneke ons ervaren dat wij in een heel hoog tempo leven. En dat wij als volwassenen onze kinderen daarin meenemen. Het is belangrijk dat we kinderen dingen in hun eigen ritme laten doen.
Hanneke geeft ook praktische tips voor wat jongens nodig hebben in hun ontwikkeling. Wat kun jij als leerkracht doen in de klas.
Wil je meer weten? Lees dan het boekje “Het is echt anders! verschil in ontwikkeling tussen jongens en meisjes” of ga naar een lezing van Hanneke Poot. Een echte aanrader! Kijk snel op haar website.